PhD student Pauline van Schaik kreeg vorig jaar een Monique Blom – de Wagt Grant en vertrok voor 3 maanden naar de USA om onderzoek te doen.
Madison, Wisconsin. Niet een plek die bij menigeen een lichtje doet laten branden. Voor mijn vertrek naar deze noordelijke ‘Dairy State’ in het midwesten van de V.S. ontving ik vooral vragende blikken wanneer ik vertelde wat de bestemming voor mijn drie-maand durende werkbezoek zou zijn. De staat die het toneel is in ‘That Seventies Show’ spreekt wellicht niet tot ieders verbeelding, maar is daardoor wellicht de juiste plek om de huidige Amerikaanse maatschappij te begrijpen. Deze ‘swing state’ herbergt zowel conservatief als progressief Amerika en kent een geschiedenis van veelzijdige Europese immigratie en het daarbij behorende conflict met de oorspronkelijke inheemse bevolking. In Madison (de hoofstad van Wisconsin) is hier op het eerste gezicht weinig van te merken. De stad lijkt een typisch Amerikaanse ‘college-town’ zoals men wel gewend is uit films, waarin studenten over campus paraderen, immer gekleed in comfortabele truien en T-shirts waarop de bever, het logo van de universiteit, pronkt. Van een historisch centrum is in deze stad weinig te merken, behalve misschien van ‘Capitol Square’ waar zich de regering van de staat Wisconsin bevindt. Het netwerk van straten waaruit de stad bestaat is precies zo geometrisch recht als je van een Amerikaanse stad zou verwachten.
Vele stereotypen die over Amerikanen bestaan worden wellicht dan ook bevestigd. Zonder een auto kun je inderdaad bijna niet overleven, aangezien het openbaar vervoer niet altijd optimaal functioneert, zeker niet in de weekenden en avonden. Supermarkten of lokale buurtwinkels bestaan ook vrijwel niet. Zoek je iets wat vergelijkbaar is met een middelgrote Albert Heijn, dan ben je al snel aangewezen op de grote sfeerloze ‘malls’ die zich aan de rand van de stad bevinden. In de Walmart’s en Target’s vind je dan weer uitgestrekte gangen met ontelbare kant-en-klaar producten, alles om de efficiëntie van leven voor de gemiddelde Amerikaan te verhogen. Efficiëntie en individualiteit staan op werk ook hoog in het vaandel. Vakantie wordt eigenlijk nooit opgenomen. Samen lunchen, labuitjes, of meetings staan ook niet op de agenda, behalve als deze tot doel dienen om de gezamenlijke productiviteit te verhogen. De keerzijde hiervan is dat er ook weinig sociale controle is. De idee van individuele verantwoordelijkheid ten top.
Een van de meest positieve en onverwachte ervaringen die ik echter opdeed was de gulheid, openheid, en vriendelijkheid van de meeste Amerikanen die ik ontmoette. Waar vele Europeanen denken dat dit oppervlakkig en nep is, was mijn ervaring zeker het tegengestelde. Nieuwe contacten leggen is in Amerika niet moeilijk. Waar in Nederland menig persoon zich niet graag buiten zijn eigen sociale kring begeeft en tijd nodig heeft om op te warmen voor nieuwe contacten, werd ik in Madison meteen door nieuwe kennissen uitgenodigd om van alles te ondernemen. Als toppunt een universitair docent die, nadat ik net een uurtje met haar had gepraat en haar had verteld over mijn niet zo prettige woonsituatie, mij meteen aanbood om de rest van mijn tijd daar bij haar en haar familie in te trekken. Wellicht dat het besef van de absentie van het bestaan van een sociale welvaartsstaat sommige Amerikanen ook meer bewust maakt van de plicht om de medemens bij te staan in nood. Misschien dat dit echter ook eigen is aan middelgrote Amerikaanse steden, waar het leven zich toch net op een minder hectische manier voortbeweegt dan in de gigantische metropolen aan de oost- en westkust. Uiteindelijk ben ik toch blij dat ik naar Madison, Wisconsin ben geweest en juist niet naar een van die steden die ik al zo vaak op televisie heb gezien. Om het leven van de gemiddelde Amerikaan te leren begrijpen, denk ik dat dit meer heeft bijgedragen.
De Amerikaanse individualiteit en efficiëntie was duidelijk zichtbaar in mijn ervaring op het lab. Het doel van mijn werkbezoek was om een protocol voor het maken van bloed-hersen-barrière (BBB) cellen vanuit pluripotente stamcellen onder de knie te krijgen. Dit protocol is ontwikkeld in het lab in Madison, en gebruikt kan worden om de BBB van gezonde mensen en patiënten te simuleren in een petrischaal. Dit kan dan weer gebruikt worden om medicijnen te testen en onderliggende ziekteprocessen te leren begrijpen. Het protocol bestaat uit het precies toevoegen van bepaalde stofjes op bepaalde momenten, om zo het natuurlijk ontwikkelingsproces van stamcel naar endotheelcel (de cellen die de BBB vormen) na te bootsen. Om dit proces te laten slagen moet uiterst precies worden gewerkt en zijn veel bijkomende factoren, zoals de hoeveelheid cellen in je petrischaal aan het begin van het proces en de gezondheid van de stamcellen die je gebruikt, erg belangrijk. Het lab in Madison is gespecialiseerd in allerlei soorten differentiaties (zo heet het proces van stamcel naar gespecialiseerde cel). Naast endotheelcellen worden er ook verschillende soorten hersencellen gemaakt (zoals neuronen,
Tijdens mijn tijd daar kreeg ik een bureau toegewezen in een klein, ietwat kaal en donker kantoor, dat ik het gros van de tijd voor mijzelf had. Gezellig is anders, maar het voordeel hiervan was de complete afwezigheid van afleiding zodat ik al mijn tijd op werk efficiënt en gefocust kon doorbrengen. Helaas blijft onderzoek doen een onvoorspelbare bezigheid en met stamcellen werken is altijd een langzaam proces. Hierdoor kon ik in drie maanden tijd toch minder voor elkaar krijgen dan ik gehoopt had. Uiteindelijk is het wel een heel leerzame ervaring geweest. De verandering van omgeving, het op een net iets andere manier leren werken en de kleine details die elk lab uniek maken zorgen ervoor dat je met een frisse blik naar je eigen werk leert kijken. Hierdoor zie je dat dingen die je altijd op een bepaalde manier deed eventueel ook anders aangepakt kunnen worden, waardoor problemen die je eerder ondervond nu kunnen worden opgelost. Om deze redenen zijn dit soort werkbezoeken erg waardevol.