Donderdag 30 januari promoveerde Astrid Alsema.
Astrid haar antwoorden op een aantal vragen vertelt je meer over Astrid en haar onderzoek.

Wat is de titel van je proefschrift?
Decoding central nervous system diseases: a single-cell and spatial RNA sequencing perspective

Kun je in ongeveer 100 (simpele) woorden vertellen waar je onderzoek over gaat?
Mijn onderzoek richt zich onder andere op genactiviteit in MS-weefsels. MS-laesies zijn heterogeen, wat de complexiteit van de ziekte benadrukt. Binnen een enkele laesie kunnen verschillende pathologische processen tegelijkertijd plaatsvinden, en de cel compositie varieert van laesie tot laesie. Daarom maken wij gebruik van een nieuwe techniek: spatial transcriptomics. Deze techniek biedt niet alleen inzicht in welke genen een veranderde activiteit vertonen, maar ook waar in het weefsel deze veranderingen optreden. Aan de randen van actieve MS-laesies zijn unieke genexpressiepatronen ontdekt; hier vertonen astrocyten, oligodendrocyten en microglia veranderde activiteit, wat wijst op de belangrijke rol van laesieranden in ziekteprogressie. Daarnaast ontwikkelen we met behulp van computationele modellen, hypothesen over de progressie en de veranderingen in laesies door de tijd heen.

Wat is het belang van je onderzoek voor de mensen met MS?
Ons onderzoek naar de laesierand benadrukt dat deze erkend en onderzocht moet worden als een apart neuropathologisch gebied. Dit kan ons helpen de progressie van MS beter te begrijpen. De computationele modellen bieden aanknopingspunten om nieuwe onderzoeken op te zetten. Verder onderzoek moet uitwijzen wanneer en waarom actieve laesies wel of niet remyelineren en hoe we kunnen voorkomen dat laesies permanent gedemyeliniseerd blijven. Uiteindelijk hopen we bij te dragen aan behandelingen die het herstel van myeline bevorderen en de schade aan zenuwcellen beperken, met als doel het ziekteverloop van MS gunstig te beïnvloeden.

Waar ben je vooral trots op?
Ik ben vooral trots op de goede samenwerking met zoveel verschillende mensen in de hoofdstukken van mijn proefschrift. Het was inspirerend om met onderzoekers uit diverse disciplines samen te werken en van elkaar te leren, wat mijn onderzoek enorm heeft verrijkt. Daarnaast ben ik erg trots dat mijn laatste hoofdstuk is gepubliceerd in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift. Dit voelt als een mooie erkenning voor ons harde werk en vergroot de impact van onze bevindingen.

Wat is je volgende carrière stap?
Momenteel werk ik als data scientist, waarbij ons team onderzoek doet naar de veiligheid van mRNA-vaccins. Ik wil graag verder als computationeel bioloog in het biomedische veld en word enthousiast van complexe biologische datasets en het leren van nieuwe programmeervaardigheden. Ik wil graag doorgroeien in werkomgevingen met multidisciplinaire teams en interessante biomedische datasets, waar ik een waardevolle en meetbare maatschappelijke bijdrage kan leveren.