Thuiswerken.
Mijn collega analiste Evelyn zegt soms: ‘een dag niet op het lab, is een dag niet geleefd’.
Inmiddels zijn we al 3 weken niet op het lab geweest en is het inmiddels duidelijk dat we de komende weken ook geen stap op het lab zullen zetten. Terwijl vele UMCG-collega’s uit de zorg dubbele diensten draaien, is het de meeste mensen uit de onderzoeksgroepen verboden om naar het UMCG te komen. Wij werken thuis.
Vroeger – in de pre-corona tijd – probeerde ik wekelijks een thuiswerkdag te plannen en dat bleek meestal een zeer efficiënte werkdag. Aan de keukentafel ongestoord het opgespaarde lees- en schrijfwerk afhandelen en in de lunchpauze een wandeling door het park. De avondmaaltijd klaar wanneer manlief thuiskomt, afwassen en daarna nog een lekkere lange avond. Echter, deze wekelijkse thuiswerkdag schoot er zeer regelmatig bij in, omdat er labwerk te doen was dat urgenter en, eerlijk gezegd, toch ook net iets leuker was dan de administratieve klussen. Maar zoals voor veel mensen is op dit moment iedere werkdag een thuiswerkdag en dan beleef je het allemaal net iets anders.
Vooral de eerste week was lastig en ik moet eerlijk bekennen dat ik in die week ook veel in de tuin bezig ben geweest, wat me dan weer een soort van ‘spijbelgevoel’ gaf. In de tweede week kwam er meer systeem in de thuiswerkzaamheden, mede veroorzaakt doordat er op drie van de vijf werkdagen een video-meeting van 9 tot 10 uur gepland was. Misschien zitten sommigen van mijn naaste collega’s dan voor de helft zichtbaar voor de camera in pyjamabroek met overhemd of trui, maar ik zit al fris gedoucht en aangekleed achter mijn scherm. Het blijkt daarna makkelijker om door te gaan met de werkzaamheden en tegen lunchtijd is er al veel van mijn dagelijkse to-do-lijstje afgehandeld. Er zijn geen schoolgaande kinderen die ik tussendoor nog moet helpen met lastige schoolopgaven en mijn enige afleiding is het praatje over de heg met de buren op de veilige 1.5 meter.
Ik ervaar mijn thuiswerkweken als een soort van prepensioen en probeer een beeld te vormen van hoe mijn leven er over 6 jaar uit komt te zien. Ik mis nu al de dagelijkse fietsritjes naar het werk, maar vooral de fietstocht aan het einde van een drukke werkdag naar huis. Gedachteloos langs de Friese Straatweg richting Zuidhorn en dan opeens opmerken dat je het dorp al binnen fietst. Maar het meest mis ik de dagelijkse koffiepauze om 10 uur met de vaste groep collega’s. Ik mis de werk-gerelateerde gesprekken, maar vooral het “slap ouwehoeren” over de meest uiteenlopende onderwerpen. Alleen daarom hoop ik dat we weer gauw terug kunnen naar het lab en ik niet meer alleen, met het dagelijkse puzzeltje uit de Volkskrant, mijn koffie hoef te drinken.
Ik heb nog 6 jaar om na te denken hoe ik mijn leven na mijn pensionering ga inrichten zonder deze vertrouwde routines, maar voor nu doe ik er alles aan om gezond mijn pensioengerechtigde leeftijd te bereiken.